Skip to content

De kunst der planten

Op een zonnige eerste dinsdag in september brachten wij, leden van de afdeling Nijmegen, een bezoek aan een van onze afdelingsgenoten om daar de collectie te bewonderen. Zoals gebruikelijk gaat het planten kijken samen met het gezellig keuvelen onder het genot van een kopje koffie, thee of een frisje waarbij de laatste nieuwtjes en roddels vaak een belangrijker gespreksonderwerp zijn dan succulenten, zo ook hier in het zonovergoten Grave.

In een royale tuin die door aanwezigheid van een tweetal riante kassen betrekkelijk weinig ruimte overliet voor een tuintafel met meer dan 15 stoelen, namen we plaats en werden we door de gastheer in de watten gelegd met naast de drankjes cake en andere hartige lekkernijen. Het zicht op de medeleden aan de andere kant van de tafel werd ons echter ontnomen door een fenomeen dat we allen wel kennen: een bos bloemen. Op zich een decoratieve geste, bloemen zijn er om ons op te fleuren, alleen waren deze gemaakt van een onverteerbaar materiaal waardoor ze jarenlang meegaan. Kunstbloemen dus.

Als we gaan kijken naar kunstboeketjes van 20 jaar geleden, die had ik namelijk nog op mijn vorige werkplek, dan kan ik in ieder geval constateren dat ze er realistischer uit zijn gaan zien de afgelopen jaren. Ook is de variatie veel groter geworden en zijn ze gedetailleerder waardoor je soms echt twee keer (met je handen) moet kijken om tot de ontdekking te komen dat het toch echt een kunstplant is die ter decoratie in een pot bij de buurvrouw op het dressoir of op de tafel in het restaurant staat. Er zijn zelfs detaillisten met enorme warenhuizen die alleen maar kunstplanten verhandelen, zoals ik er in Den Haag een weet te vinden, daar haal ik kunstlianen en kunstvarens vandaan voor in de terraria in mijn huis. Want ja, ik heb reptielen, maar daar schrijf ik een andere keer wel eens een stukje over. Bij de bewuste detaillist is van bijna iedere bladdragende plantensoort wel een kunstexemplaar te vinden maar ik heb er ook een plastic schoonmoedersstoel waargenomen.

Uiteraard hebben kunstplanten grote voordelen: ze bloeien ook bij -15, hebben geen potgrond en vaak niet eens een pot nodig en je hoeft ze al helemaal geen water te geven. Kortom: ze zijn niet dood te krijgen. Dat is nog wel eens anders dan onze soms nogal kwetsbare succulenten.

Zelf heb ik er bij onze verhuizing nog over gedacht om de kleinste kamer van mijn huis aan te kleden met decoratieve valse aanplant, een kaal toilet is namelijk ook maar niets. Een hele jungle had ik in gedachten, met lianen, klimplanten en her en der een boompython of leguaan, was het niet dat ons toilet geen verwarming heeft wat uiteindelijk dode reptielen had opgeleverd. Dat leek me toch minder dus uiteindelijk ben ik van dat plan afgestapt en heb de wanden met magneetverf bewerkt waardoor ons toilet nu een interactief geheel is met humoristische koelkastmagneetjes, magnetische puzzels en aankleedpoppetjes van o.a. Barack Obama en Jezus die je allerlei magnetische kleertjes aan kunt trekken.

Maargoed, om terug te komen op de kunstplanten: Zijn die dingen niet verschrikkelijk oubollig? Moeilijke vraag. De bloemstukjes op mijn oude kantoor waren dat absoluut, oubollig en stoffig. Echter hadden we een paar jaar terug nog een trend waarbij het verschrikkelijk modern was om overmaatse rozen van wel 30 cm doorsnede en met een steel van anderhalve meter lang in een grote glazen vaas in je huiskamer te zetten. Die trend is gelukkig inmiddels voorbij, geef mij maar echte planten in mijn huis, maar je ziet die grote bloemen nog regelmatig in andermans interieur en dat staat vaak best leuk. Daar komt nog bij dat, als ik tegen mijn zusje zou zeggen dat ze iets oubolligs in haar woonkamer heeft staan, ik de komende maanden niet welkom meer ben dus dat lijkt me geen handige actie. En inmiddels weet ik uit ervaring dat zelfs beroemdheden deze grote kunstbloemen in hun interieur hebben staan: bij Wibi Soerjadi stond een overmaatse roos als blokkade voor de trap naar zijn privé ‘bioscoopzaaltje’.

Al met al heb ik het dus niet zo op immer bloeiend groen, maar zelfs ik heb een viertal kunstplanten in huis, alleen zijn deze niet van plastic. Het betreft een schattig bakje met vier stuks dat prijkt op de salontafel. Zij zijn van was en hebben een lontje, daardoor dragen ze het etiket “kaars” maar ik vind het zonde om ze aan te steken. Ze zien er namelijk uit als, en dat is geen verrassing, vetplantjes…

Back To Top