Skip to content

Mammillaria theresae

 

01-089
plantje met knop en bloem

Mammillaria theresae zal je niet gauw met een andere plant verwisselen (of het zou met de pas in 2003 beschreven en nog zeldzame Mammillaria roczekii zijn die zowel een overeenkomstige bedoorning als bloeiwijze heeft).  Een bloeiende plant is schitterend. De paars-roze bloemen zijn 3,5 cm in doorsnede en wel 5 cm lang en doen denken aan krokussen. Ze behoren tot de grootste die je in dit geslacht vindt (volgens mij is M. longimamma een van de weinige mammillaria’s met bloemen van vergelijkbare grootte). Er is trouwens ook een witbloemige variant. In niet bloeiende toestand herken je M. theresae meteen aan de karakteristieke stammetjes met gevederde doorns.

 

Een areool met gevederde doorntjes

 

 

Mammillaria theresae is genoemd naar Theresa Bock die deze plant samen met haar man John in 1966 ontdekte op een oosthelling in de Coneto Mountains (West Sierra Madre) in de Mexicaanse staat Durango. Tot op heden is dat de enige vindplaats. De plant groeit daar op een hoogte tussen 2200 en 2300 meter en daar staat de plant geregeld bloot aan temperaturen onder het vriespunt. In de cultuur kan de plant temperaturen tot 15 ºC onder nul verdragen.

De beschrijving in 1967 in het Amerikaanse Cactus and Succulent Journal bracht een sensatie te weeg en de plant mag zich nog steeds in een grote belangstelling van de cactusliefhebbers verheugen. Ze hoort tot de sectie “longiflorae” en is nauw verwant met Mammillaria saboae, M. goldii en M.haudeana.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
scheut met bloemknoppen

In de natuur bestaat de plant meestal uit een enkel, nogal weekvlezig stammetje van ongeveer 4 cm hoog en 2,5 cm in diameter. De plant kan ook gaan spruiten. Als je het stammetje tussen de bedoorning heen kunt zien, blijkt dat deze roodachtig gekleurd is. De plant heeft een dikke kegelvormige wortel. Per areool zijn er ongeveer 25 van die gevederde doorntjes die allemaal samen de plant volkomen bedekken.

De plant van de foto’s heb ik al jaren geleden overgenomen van een medelid van de afdeling Nijmegen. Dat was toen hij met de hobby moest stoppen. Uit het etiket dat er bij zat maak ik op dat hij de plant in 1993 gezaaid heeft. Hij staat op eigen wortel. In de loop der jaren is hij gaan spruiten.  Hij bestaat nu uit 5 stammetjes van inderdaad ongeveer 4 cm lang en 2,5 cm dik en ieder jaar verschijnen de bloemen weer in overvloed. Afgelopen jaar bloeide de plant met maar liefst 10 bloemen tegelijk.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
onrijpe vrucht tussen de areolen

In het droge seizoen krimpen de plantjes aanzienlijk en kunnen zelfs helemaal in de grond verdwijnen. De planten worden toch eigenlijk al nauwelijks groter doordat de jaarlijkse groei van 2 of 3 cm weer op gaat aan blijvende samentrekking aan de basis. De kweek is helaas niet zo makkelijk. Zaad wordt niet zo vaak aangeboden en als je dat dan hebt is het weer moeilijk om het te laten kiemen. Heb je toch zaailingen dan kwijnen ze meestal weg.

Toch wist ik in 2009 een tiental zaden te bemachtigen bij Mesa Garden in de Verenigde Staten. Drie daarvan zijn gekiemd en ze zijn alle drie goed gegroeid en ze bloeien al sinds 2012.

Dat het zo moeilijk is om aan zaden te komen is vooral te wijten aan het feit dat de plant “cryptocarp” is. Letterlijk betekent deze term dat de plant verborgen vruchten heeft. De zaden en de zaadbes worden namelijk in het plantenlichaam gevormd. In een jarenlang proces wordt het zaad naar de buitenkant gestuwd. Een dun membraam houdt het binnen maar als de plant bij aanvang van het groeiseizoen opzwelt, kan het membraam barsten en dan komt er wat zaad naar buiten.

Een cristaat van M. theresae

Zo ontstaan er kleine groepen planten. Veel zaden blijven zelfs in de plant tot deze afsterft en komen pas tot ontkieming nadat de moederplant vergaan is. Het is dus niet verwonderlijk dat vers zaad niet of nauwelijks kiemt. Om te zaaien moet je oud zaad hebben. Ook niet wanhopen als er niets wil kiemen. Er is een geval bekend van zaden die 8 jaar na het zaaien pas ontkiemden!

Overigens komen we cryptocarpie ook tegen bij planten als Pelecyphora aselliformis en Mammillaria zeilmanniana.

In de handel is de plant in de regel alleen geënt te verkrijgen. Helaas verliezen de planten dan bijna altijd hun karakteristieke gedrongen vorm. De areolen komen veel verder uit elkaar te staan en de plant vormt rijkelijk slappe spruiten die makkelijk gaan hangen.

Er is ook een cristaat van M. theresae in de handel.

Back To Top