Skip to content

Hoe ik aan de succulentenliefhebberij begonnen ben…

Wat bezielt iemand in vredesnaam met iets te beginnen als het kweken van succulenten, is een vraag waar nog steeds niet echt een concreet antwoord op heb…

In de eerste jaren van de jaren negentig toen ik nog maar een knulletje was, was ik in de zomerperiode altijd al druk met het zaaien en uitplanten van pompoenplanten. Mijn pompoen met een omtrek van twee meter was zelfs ooit eens de moeite waard geweest voor Radio Gelderland om een zenderwagen richting mijn huis te sturen en mijn moeder te interviewen (ik was die dag niet thuis…). Ze deden toen verslag van een pompoenwedstrijd, en elke dag gingen ze op bezoek bij een eigenaar van een grote pompoen. De mijne won geen prijzen, overigens. Slechts eer via de ether.

Een papyrusplant die ik toentertijd op mijn kamer had, wist ik ook goed in leven te houden (wat geen uitdaging is) en te stekken. Wat groenachtige vingers zaten er toen in ieder geval al een beetje in. Een voorbode voor meer, blijkbaar.

In het ondertussen langgeleden vervlogen jaartal 1995 ben ik samen met mijn moeder naar een tuincentrum meegeweest. Ik zag daar een paar kleine cactussen staan, die toen 1,95 gulden per stuk waren. Als ik mij goed herinner, kocht ik toen in ieder geval een exemplaar van een enkele centimeter grote Cleistocactus strausii. En verder nog vier andere cactussen die je zou kunnen beschrijven als typische beginnersplantjes. Plantjes die je nu nu nog steeds in grote aantallen bij elke willekeurig tuincentrum zult tegenkomen. Het was een probeersel, kijken of het een leuke toevoeging was op mijn kamer. Voor die paar gulden is het een kleine risico, tenslotte.

Wat ik niet realiseerde is dat de uitgave van een paar guldens uiteindelijk tot erg grote uitgaven zouden leiden van (schatting) tegen de duizend planten en een grote kas. Na de eerste vijf plantjes had ik er blijkbaar wel aardigheid in; bij een volgend bezoek aan het tuincentrum kocht ik er weer een stuk of vijf. Een paar aankopen verder in deze zomer zou resulteren in een vensterbank van drie meter vol met planten. De eerste gedachten richting een broeikasje kwamen toen al op…

In 1996 ben ik – nog steeds thuiswonend – verhuisd naar een woonboerderij. Een weiland dat bij het huis hoorde bood plaats aan een broeikas. Het overgrote gedeelte was voor tomaten en de slaplanten van mijn ouders. Een klein afgeschermd gedeelte van de kas was voor mijn plantjes. Drie jaar verder was het virus nog steeds niet voorbij, en was zelfs erger aan het worden en de kas uit aan het groeien.

Mijn gedeelte van de kas werd uitgebreid van viereneenhalve vierkante meter tot ongeveer twaalf vierkante meter. Weer even wat lucht! De daaropvolgende tien jaar heb ik het kunnen bolwerken met die ruimte. Na die jaren was het kweken van tomaten en sla gelaten voor wat het was, en had ik de vrijheid voor het grijpen de kas geheel over te kopen, en het ‘vrije’ gedeelte van de kas te betegelen en te laten overwoekeren met succulenten.

Ook deze helft van de kas staat inmiddels vol met planten, zowel vol met veel eigen kweek (netjes op naam en zaaidatum), maar ook erg veel aangekochte planten tijdens de vele succulentenbeurzen in de jaren die volgde. Grootte en soorten variëren van kleine mesems van kiezelgrootte, tot Ferocactussen van een halve meter doorsnee en tientallen kilo’s zwaar.

Back To Top