Skip to content

Conophytum burgeri – deel 2/6

Conophytum burgeri – deel 1: succulenta.nl/conophytum-burgeri-deel-16/


Zonlicht
Ik heb het voordeel dat mijn broeikas van zonsopkomst tot zonsondergang direct zonlicht krijg, zowel in de zomer alsook in de winter wanneer de zon erg laag in de lucht staat. Indien mijn planten ooit te weinig zonlicht krijgen, kan ik alleen het lokale weer de schuld geven. Eind maart hang ik altijd een schaduwdoek op in mijn kas, om mijn planten te kunnen beschermen tegen verbranding door excessief zonlicht. Het schaduwdoek haalt ongeveer 15 tot 20 procent direct zonlicht tegen. Maar wanneer het eenmaal goed en wel herfst is, is dit risico klein. Om mijn planten zoveel mogelijk van het schaarse winterlicht te profiteren, haal ik begin oktober het schaduwdoek altijd volledig weg.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAHet was gedurende dit taakje dat ik ineens ontdekte dat een van mijn Conophytum burgeri ging bloeien. Hoewel de bloem nog dicht was, waren de paarse bloemblaadjes al een beetje te zien. Het waren ook deze bloemblaadjes die mijn aandacht trokken. Ook al zag ik maar een heel klein stukje, toch was het een groot contrast met de planten, temeer deze in een leemmengsel stonden die net als de plantjes een bruingele tot goudgele kleur hebben.

Doordat C. burgeri bij mij gedurende de zomer enige maanden onder een schaduwdoek staan, en op het moment dat ik de bloem ontdekte daar feitelijk nog niet onder vandaan waren, kan ik in ieder geval alvast concluderen dat een schaduwdoek gedurende het voornaamste deel van de nazomer niet nadelig hoeft te werken om een C. burgeri in bloei te krijgen. Ik ben wel erg nieuwsgierig of andere liefhebbers met een broeikas die veel meer in de schaduw staat door bomen of huizen, hun C. burgeri ook in bloei krijgen.

Substraat en watergeven
Zoals met meer mesems, en vanuit mijn ervaring ook met meer winteractieve succulenten, is een mengsel van leem aangevuld met kiezels (of grof zand voor zaailingen) een prima substraat. Conophytums zijn sowieso niet erg kieskeuring qua substraat en ik denk dat C. burgeri hierin geen uitzondering is. Mijn C. burgeri staan in een mengsel van de helft kiezel en de helft kruimelig leem, feitelijk waar al mijn mesems in staan, die prima groeien en bloeien.

Wat betreft het geven van water is er ook niet veel te melden. Zoals al mijn andere Conophytums, krijgt ook C. burgeri gedurende mooi najaarsweer af en toe een plons water. De potten zijn dan binnenin geheel doorweekt. Ik probeer dan een week of twee te laten tussen afzonderlijke keren water geven, zodat het leemrijke mengsel in de tussentijd de kans heeft uit te drogen. Met warm weer geef ik een grote plons water, met minder weer een kleine plons. Gedurende de donkere dagen van de herfst en de winter houd ik in principe alles droog. Hooguit dat ik af en toe wat water sproei met een plantenspuit, zodat de planten zelf wel nat worden maar het substraat droogt blijft. Of misschien nog net heel licht vochtig. Zoals gebruikelijk met het water geven van succulenten, komt het vooral aan op gevoel, en kennis van je eigen broeikas (of eventueel vensterbank) hoeveel warmte er komt en hoeveel ventilatie je hebt. Heel specifiek advies qua water geven kan ik dus ook niet geven. We hebben allemaal te maken met verschillende omstandigheden.

(Wordt vervolgd…)

Back To Top